Hoofdkantoor
Saturnusstraat 46-62
2132 hb hoofddorp
T: 023 – 799 79 99
E: info@bumastemra.nl
bumastemra.nl
Hoofdredactie
vereniging buma
Realisatie
Merkelijkheid
De beheerskosten zijn ten opzichte van 2018 met 35,6% gestegen tot € 4,5 miljoen, als gevolg van een aangepaste kostenverdeling tussen Buma en Stemra. De gezamenlijke kosten daalden in 2019 met 10% oftewel € 3,1 miljoen.
Stemra’s beheerskosten in 2019 bestaan uit personeelskosten (€ 2,1 miljoen), algemene kosten (€ 2,2 miljoen) en huisvestingskosten (€ 0,1 miljoen).
De beheerskosten zijn ten opzichte van 2018 met 16,0% gedaald tot € 21,8 miljoen. De belangrijkste redenen voor de daling waren kostenbeheersingsmaatregelen en het uitblijven van incidentele kosten die we in voorgaande jaren moesten maken. Daarnaast zijn minder kosten aan Buma toegerekend door de gewijzigde verdeelsleutel van de kosten tussen Buma en Stemra. De gezamenlijke kosten daalden in 2019 met 10% oftewel € 3,1 miljoen.
Buma’s beheerskosten in 2019 bestaan uit personeelskosten (€ 10,3 miljoen), algemene kosten (€ 9,2 miljoen), afschrijvingskosten (€ 1,6 miljoen) en huisvestingskosten (€ 0,6 miljoen).
Het overschot van de exploitatierekening over 2019 is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
Het verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 15,9 miljoen) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,2 miljoen), zijnde € 13,7 miljoen, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
In 2018 bedroegen de beleggingsresultaten € -7,4 miljoen. Ter dekking van operationele kosten is een normatief rendement van € 2,8 miljoen gehanteerd. Het verschil tussen deze verklaart de mutatie van bestemmingsreserve (€ -10,2 miljoen).
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
Mogelijk valt de kostenstijging 2020 door verbeter- en veranderinitiatieven hoger uit dan de CPI-mutatie in dat jaar. Dit kan pas worden vastgesteld – en zonodig worden toegelicht – wanneer de feitelijke CPI-mutatie begin 2021 bekend is.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In het budget voor 2020 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In budget 2020 wordt aan deze norm voldaan.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft. De CPI-mutatie in 2019 was 2,6%. In 2019 wordt niet aan deze norm voldaan. De gewijzigde kostenverdeling tussen Buma en Stemra heeft hier eenmalig grote invloed. De gezamenlijke kosten zijn in 2019 met 10,2% gedaald. De gezamenlijke werkorganisatie Buma/Stemra voldoet aan deze gestelde norm.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2019 wordt niet aan deze norm voldaan. De kosten zijn gestegen als gevolg van de gewijzigde kostenverdeling tussen Buma en Stemra. De feitelijk op distributie ingehouden administratievergoedingen, gemiddeld 14,2%, blijft onder de norm.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In 2019 wordt aan deze norm voldaan.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft. De CPI-mutatie in 2019 was 2,6%. In 2019 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2019 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In 2019 wordt aan deze norm voldaan.
De baten zijn in 2019 met 14,6% gestegen, voornamelijk door hogere, procentueel vaste, administratievergoedingen bij distributie.
De financiële baten en lasten in 2019 zijn opgebouwd uit het beleggingsresultaat (€ 15,9 miljoen) en de rentelasten en soortgelijke kosten (€ -0,4 miljoen). De financiële baten en lasten zijn in 2019 met € 23,3 miljoen gestegen, voornamelijk door het 9,7% positieve rendement op de beleggingsportefeuille in 2019 (2018: 4,4% negatief). Deze realisatie wordt via de bestemming van het resultaat toegevoegd (2018: onttrokken) aan de bestemmingsreserve; ter dekking van de beheerskosten wordt gerekend met een normatief resultaat.
De beheerskosten zijn ten opzichte van 2018 met 16,0% gedaald tot € 21,8 miljoen. De belangrijkste redenen voor de daling waren kostenbeheersingsmaatregelen en het uitblijven van incidentele kosten die we in voorgaande jaren moesten maken. Daarnaast zijn minder kosten aan Buma toegerekend door de gewijzigde verdeelsleutel van de kosten tussen Buma en Stemra. De gezamenlijke kosten daalden in 2019 met 10% oftewel € 3,1 miljoen.
De baten zijn in 2019 met 15,2% gedaald, voornamelijk omdat een lagere inhouding van variabele administratievergoeding nodig was ter dekking van de beheerskosten.
Met name de niet-online markten zijn van invloed op de rechtenopbrengsten uit het marktsegment Buitenland (incasso via zusterorganisaties). Vanzelfsprekend is Stemra hierbij afhankelijk van het succes van het door haar beheerde repertoire in het buitenland. Rekening houdend met een incidentele opbrengst van € 1,9 miljoen in 2018 inzake de afwikkeling van enkele disputen met buitenlandse zustermaatschappijen over rechten uit meerdere voorliggende gebruiksjaren, zijn de inkomsten in 2019 stabiel gebleven. Wij worden in deze markt steeds meer geconfronteerd met uiteenlopende discussies en standpunten van lokale belastingdiensten omtrent in te houden bronbelastingen.
De inkomsten die Stemra ontvangt van de Stichting Thuiskopie fluctueerden de afgelopen jaren, met name door de nabetalingen die zijn ontvangen vanwege de schikking met de Staat der Nederlanden.
Door de verdere verschuiving naar rechtenopbrengsten uit online streaming, waarvan 25% aan Stemra wordt toegerekend, is Online in 2019 uitgegroeid tot het marktsegment waaruit Stemra de hoogste inkomsten incasseert. Dit segment wordt beheerst door een aantal grote Digital Service Providers zoals Spotify, Apple en YouTube. Omdat we pan-Europese licentieovereenkomsten voor het bij ons aangemeld repertoire steeds vaker direct met grote Digital Service Providers afsluiten, incasseren we deze rechtenopbrengsten in steeds mindere mate via onze buitenlandse zusterorganisaties.
De inkomsten uit de Radio & TV markt staan al enkele jaren onder druk. De afname van lineair TV kijken heeft invloed op de omvang van de markt van TV-advertenties. Door de nieuwe regelingen moest in 2019 een deel van de rechtenopbrengsten over 2018 worden terugbetaald aan lokale en regionale omroepen. Daarentegen werden in 2019 ook, net als in 2018, nagekomen opbrengsten inzake rechteninkomsten over het voorgaande jaar gerealiseerd.
De rechtenopbrengsten uit Producties In Eigen Beheer (PIEB) dalen door de krimpende markt voor het mechanisch recht, met name voor CD’s. In 2019 zijn iets hogere inkomsten gerealiseerd dan in 2018.
De rechtenopbrengsten uit BIEM-contracten voor mechanische geluidsdragers, een traditioneel Stemra marktsegment, is in 2019 verder gedaald door de krimpende markt voor het mechanisch recht, met name voor CD’s.
Met name de niet-online markten zijn van invloed op de rechtenopbrengsten uit het marktsegment Buitenland (incasso via zusterorganisaties). Vanzelfsprekend is Buma hierbij afhankelijk van het succes van het door haar beheerde repertoire in het buitenland. Wij worden in deze markt steeds meer geconfronteerd met uiteenlopende discussies en standpunten van lokale belastingdiensten omtrent in te houden bronbelastingen.
Door de verdere verschuiving in het muziekgebruik naar meer streamings- en abonnementsdiensten, is Online al enkele jaren een belangrijk groeisegment. Dit segment wordt beheerst door een aantal grote Digital Service Providers zoals Spotify, Apple en YouTube. Omdat we pan-Europese licentieovereenkomsten voor het bij ons aangemeld repertoire steeds vaker direct met grote Digital Service Providers afsluiten, incasseren we deze rechtenopbrengsten in steeds mindere mate via onze buitenlandse zusterorganisaties.
De rechtenopbrengsten uit openbaar gebruik in Horeca zijn in 2019 verder toegenomen.
De inkomsten uit openbaar gebruik in Werk- & verkoopruimten zijn tot en met 2019 vrij stabiel. Gerealiseerde efficiëntieverbeteringen, bijvoorbeeld door samenwerking met Sena in de bewerking van dit marktsegment (gezamenlijk ondergebracht bij het Service Center Auteurs- en Naburige rechten), zijn hierin cruciaal geweest. De afname van het aantal fysieke winkels in het straatbeeld zet namelijk druk op de inkomsten.
In 2019 namen de rechtenopbrengsten uit het marktsegment Podia verder toe, vooral door de verdere groei in het aantal gelicenseerde optredens en evenementen, van ruim 90.000 in 2018 naar ruim 101.500 in 2019.
De inkomsten uit de Radio & TV markt staan al enkele jaren onder druk. De afname van lineair TV kijken heeft invloed op de omvang van de markt van TV-advertenties. Door de nieuwe regelingen moest in 2019 een deel van de rechtenopbrengsten over 2018 worden terugbetaald aan lokale en regionale omroepen. Daarentegen werden in 2019 ook, net als in 2018, nagekomen opbrengsten inzake rechteninkomsten over het voorgaande jaar gerealiseerd. De afnemende incasso bij Radio & TV werd, door een groeiend aantal abonnementen, deels gecompenseerd bij aanbieders van netwerken als KPN en Ziggo.