Buma/Stemra heeft de begroting voor 2021 opgesteld. We delen deze met onze leden, in een vorm die afwijkt van wat u van ons gewend bent. Dat heeft alles te maken met de maatschappelijke en economische realiteit waarin we leven. Omdat er grote onzekerheid bestaat over de nabije toekomst, hebben we besloten om naast de begroting een viertal scenario’s op te stellen. In deze financiële portal delen we die met u.
Veranderende realiteit
Buma/Stemra heeft haar begroting voor 2021 opgesteld in het najaar van 2020, de periode waarin duidelijk werd dat de resultaten over 2020 minder negatief zouden uitvallen dan eerder werd gevreesd. In die periode werden ook enkele inperkende coronamaatregelen versoepeld en klonken er hoopvolle geluiden door over de succesvolle ontwikkeling van vaccins. Daarmee groeide de verwachting dat we in 2021 een voorzichtig herstel in onze markten zouden zien.
Begin december 2020, toen de begroting ter goedkeuring werd voorgelegd aan de Raad van Toezicht, was de tweede coronagolf een feit en werden de corona-maatregelen toch weer aangescherpt. In de weken erna ging Nederland zelfs in een verdergaande lockdown, mede door de dreigende opkomst van mutaties in het coronavirus.
De toenemende onzekerheid ten aanzien van de ontwikkelingen in 2021 heeft ons op dat moment doen besluiten om meerdere mogelijke scenario’s uit te werken, variërend van de oorspronkelijke, gematigd optimistische begroting tot aan een scenario waarin herstel in 2021 uitblijft.*
Inmiddels zijn de voorlopige resultaten over 2020 bekend. Die zijn relevanter dan de begroting voor 2020, die is opgesteld toen nog niemand de coronacrisis zag aankomen, en presenteren wij daarom naast de verwachtingen voor 2021. De voorlopig gerealiseerde incasso van rechtenopbrengsten is € 13,8 miljoen (6,4%) lager dan begroot voor 2020. De corona-impact van circa € 32 miljoen is deels gecompenseerd door de sterke groei in het marktsegment Online. De uiteindelijke realisatie over 2020 kan afwijken van deze voorlopige cijfers en zal na accountantscontrole, in aanloop naar de Algemene Ledenvergadering van 2 juni 2021, middels de jaarverslagen gecommuniceerd worden.
Scenario’s 2021
Vooral de voor 2021 begrote incasso van rechtenopbrengsten kent grote onzekerheid. Wanneer kunnen er weer evenementen georganiseerd worden? Hoe lang worden horeca en verkoopruimten geconfronteerd met sluiting? Welke impact heeft dit alles op de (on)inbaarheid van gefactureerde rechtenopbrengsten?
Door ons doorgerekende scenario’s variëren van € 193,8 miljoen tot € 153,6 miljoen incasso voor 2021. Dit is circa 5% tot 25% lager dan de voorlopige realisatie 2020, die op haar beurt 7% lager was dan de realisatie 2019. Hierbij is meegerekend dat de corona-impact op incasso 2020 door buitenlandse zusterorganisaties pas zichtbaar zal worden in een daling van de in 2021 aan Buma/Stemra door te betalen bedragen. Bovendien zal er, in tegenstelling tot in 2020, in 2021 aanzienlijk minder mogelijkheid zijn om aanvullende rechtenopbrengsten uit voorgaande, betere gebruiksjaren te incasseren. Ter indicatie: in 2020 is ruim € 50 miljoen aanvullend geïncasseerd over voorgaande gebruiksjaren. De jaren daarvoor was dat rond de € 43 miljoen.
Repartitie en kosten 2021
Als resultaat van de lagere incasso 2020/2021 valt ook de repartitie in 2021 lager uit dan in 2020. Bovendien is in de 2020 repartitie van auteursrechtgelden voor RTV en Podia eenmalig over vijf in plaats van vier kwartalen gedistribueerd door realisatie van een structurele versnelling. De begrote repartitie 2021 (inclusief € 8,6 miljoen toevoeging aan het Fonds voor Sociale en Culturele doeleinden) is € 172,8 miljoen. Dit is € 11,2 lager dan de voorlopige realisatie 2020. Buma verwacht een daling van € 23,1 miljoen, maar Stemra verwacht een toename van
€ 11,9 miljoen. Voor Stemra is de corona-impact aanzienlijk beperkter dan voor Buma en in 2021 wordt extra repartitie van oudere Thuiskopie-gelden verwacht.
Ondanks dat de gevolgen van corona nog duidelijk merkbaar zullen zijn in 2021, geloven we dat de coronacrisis tijdelijk is. We besparen waar mogelijk op kosten, maar nemen geen structurele maatregelen die de organisatie afbouwen. We zorgen wel dat we klaar staan als de markt weer aantrekt en maken Buma/Stemra klaar voor de toekomst. We hebben een nieuwe strategie geformuleerd, getiteld: To the Beat of the Drum. De muziekwereld zal weer in beweging komen en wij bewegen in het juiste ritme mee. Groei is daarbij belangrijk. Niet alleen in volume, maar ook in kwaliteit. Daarnaast zetten we nadrukkelijk in op collectiviteit. Om dat mogelijk te maken moeten we de organisatie versterken en processen optimaliseren.
De begrote kosten voor 2021 komen daardoor hoger uit dan in 2020. Belangrijkste reden is de noodzakelijke vervanging van ons verouderde IT-systeem. Verder uitstel van deze vervanging zou de continuïteit van onze dienstverlening en daarmee onze positie in de markt in gevaar kunnen brengen. Het nieuwe IT-systeem wordt in 2021 en 2022 verder ontwikkeld en zal gefaseerd in gebruik genomen worden. De vervangingsinvestering kent een positieve businesscase: door automatisering van werkzaamheden die momenteel geoutsourcet zijn, verdient Buma/Stemra de investering binnen de afschrijvingstermijn terug.
Buma/Stemra heeft met het oog op mogelijke kostenbesparing in 2020/2021 aanvragen gedaan in het kader van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW-regeling). Nu nog onduidelijk is of deze aanvragen zullen worden toegekend, is in de voorlopige realisatie 2020 en/of in de scenario’s voor 2021 nog niet gerekend met een tegemoetkoming in de personeelskosten.
Kosten- en inhoudingspercentages
De veranderende verhouding tussen incasso en kosten brengt tijdelijk een hoger kostenpercentage met zich mee. Vooral afhankelijk van hoe de incasso zich ontwikkelt in 2021, komen de verschillende scenario’s uit op een kostenpercentage tussen 16% en 20% voor Buma/Stemra gezamenlijk. Zonder corona-impact zou het begrote kostenpercentage onder de norm van 15,0% zijn uitgekomen. Wij zullen de fasering van verbeter- en veranderinitiatieven blijven afwegen, maar onze kostenbasis is grotendeels een vaste.
In 2021 hanteert Buma/Stemra alleen nog vooraf vastgestelde inhoudingspercentages voor administratievergoeding. Deze percentages zijn ten opzichte van de oude methodiek in alle categorieën gelijk gebleven of zelfs verlaagd, om extra impact op de voor distributie beschikbare gelden te voorkomen. Wanneer de incasso tegenvalt, zal de inhouding niet kostendekkend zijn en ontstaat een tekort aan het einde van het jaar. Dit verwachten we op te kunnen vangen met aanwezige reserves.
Net als in 2020 zal Buma/Stemra zich ook in 2021 sterk blijven maken om muziekmakers te steunen waar mogelijk. Er zijn nog gelden beschikbaar voor het Noodfonds Muziek en er komen aanvullende werkbijdragen voor nieuwe muziek. Met muziekgebruikers zijn, in samenwerking met de brancheorganisaties, via VNO/NCW principe-afspraken gemaakt dat geen auteursrechten hoeven te worden betaald over de periode dat een organisatie verplicht dicht is geweest. Uitgangspunt is dat we gezamenlijk in de problemen zitten en er dus ook gezamenlijk uit moeten komen.
We kijken ernaar uit om in 2021 en in de jaren die volgen onze bijdrage te leveren om muziek de verbindende factor te laten blijven zijn in een samenleving die dat nu meer dan ooit nodig heeft.
Bernard Kobes CEO
Marleen Kloppers CFO
* Realisatie kan afwijken van verwachtingen, bijvoorbeeld omdat veronderstelde gebeurtenissen zich niet voordoen zoals verwacht en de invloed daarvan van significant belang kan zijn. Daardoor kan de realisatie ook buiten de genoemde bandbreedtes uitkomen.
De voorziening tijdelijke verschillen kostendekking bevat de eind 2020 aanwezige € 6,6 mln bestemmingsreserve plus het batig saldo kostendekking over 2021 van € 7,7 mln.
Dit saldo kostendekking bevat een eenmalige bate van € 7,1 mln als gevolg van het gewijzigde Repartitiereglement inzake inhouding van administratievergoedingen. Daarnaast zijn de beheerskosten lager dan begroot.
De voorziening tijdelijke verschillen kostendekking bevat de eind 2020 aanwezige € 33,8 mln bestemmingsreserve plus het batig saldo kostendekking over 2021 van € 10,7 mln.
Dit saldo kostendekking bevat € 4,1 mln verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 6,9 mln) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,8 mln). Daarnaast is een eenmalige bate gerealiseerd van € 5,4 mln als gevolg van het gewijzigde Repartitiereglement inzake inhouding van administratievergoedingen, en zijn de beheerskosten lager dan begroot.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
De begrote kostenstijging in 2022 zal mogelijk hoger uitvallen dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt veroorzaakt door een inhaalslag van in voorgaande jaren uitgestelde verbeter- en veranderinitiatieven, inclusief de vervanging van het IT-systeem. De feitelijke CPI-mutatie 2022 is pas begin 2023 bekend.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2022 voldoet Buma/Stemra gezamenlijk met een kostenratio van 15,8% niet aan deze norm. Dit komt vooral door de Covid-19 impact op Buma’s voor distributie beschikbare gelden én de incidenteel hoge kosten voor de vervanging van het verouderde IT-systeem. Zodra deze effecten zich normaliseren en de resultaten van de implementatie van de strategie zichtbaar worden, zal deze kostenratio naar verwachting dalen. Stemra zal naar verwachting wel in 2022 aan deze norm voldoen.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2022 voldoet Buma/Stemra gezamenlijk met een kostenratio van 14,8% aan deze norm. Op basis van de voorlopige kostenverdeling zal Stemra naar verwachting uitkomen op een kostenratio van 15,9%.
Een daling wordt verwacht zodra de incidenteel hoge kosten voor de vervanging van het verouderde IT-systeem zich normaliseren en de resultaten van de implementatie van de strategie zichtbaar worden.
Het tekort uit gewone bedrijfsuitoefening over 2020 is onttrokken aan de bestemmingsreserve. De buitengewone last inzake de storting in het Noodfonds Muziek is onttrokken aan de continuïteitsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
Het verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 8,7 mln) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,0 miljoen), zijnde € 6,7 mln, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
De begrote kostenstijging in 2021 zal hoger uitvallen dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt veroorzaakt door een inhaalslag van in voorgaande jaren uitgestelde verbeter- en veranderinitiatieven, inclusief de vervanging van het IT-systeem. De feitelijke CPI-mutatie 2021 is pas begin 2022 bekend.
Over de reeks van meerdere jaren, sinds de invoering van de norm, blijft de ontwikkeling van de beheerskosten binnen de ontwikkeling in de CPI.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2021 wordt aan deze norm niet voldaan. Dit komt vooral door Buma’s dalende repartitie in 2021, volgend uit de lagere incasso. Stemra zal naar verwachting wel aan deze norm voldoen; daar stijgt de repartitie naar verwachting, vooral door de inhaalslag op oudere Thuiskopie gelden.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2021 wordt aan deze norm niet voldaan, met name door de terugval in incasso van rechtenopbrengsten als gevolg van de coronamaatregelen. Daarnaast stijgen de begrote beheerskosten, vooral in verband met de noodzakelijke vervanging van het verouderde IT-systeem. Zonder corona-impact zou het kostenpercentage onder de norm van 15,0% uitgekomen.
Hoofdkantoor
Saturnusstraat 46-62
2132 hb hoofddorp
T: 023 – 799 79 99
E: info@bumastemra.nl
bumastemra.nl
Hoofdredactie
vereniging buma
Realisatie
Merkelijkheid
De beheerskosten zijn in 2021 ten opzichte van het jaar ervoor met € 0,1 mln gestegen. Ze bleven € 0,6 mln onder de begroting voor 2021, als gevolg van maatregelen van kostenbeheersing, waaronder de keuze tot uitstel van invulling van vacatures en uitstel van minder urgente projecten. Net als in 2020 en 2019 is een verdeelsleutel van 83/17 (Buma/Stemra) gehanteerd.
Stemra’s beheerskosten in 2021 bestaan uit personeelskosten (€ 2,1 mln), algemene kosten (€ 2,5 mln) en huisvestingskosten (€ 0,1 mln).
De beheerskosten zijn in 2021 ten opzichte van het jaar ervoor met € 0,5 mln gestegen. Ze bleven € 2,7 mln onder de begroting voor 2021, als gevolg van maatregelen van kostenbeheersing, waaronder de keuze tot uitstel van invulling van vacatures en uitstel van minder urgente projecten. Net als in 2020 en 2019 is een verdeelsleutel van 83/17 (Buma/Stemra) gehanteerd. De aan Buma toegerekende personeelskosten stegen met € 0,2 mln, de overige algemene kosten stegen met € 0,4 mln. De huisvestingskosten waren vrijwel gelijk en de afschrijvingskosten daalden met bijna € 0,2 mln.
Buma’s beheerskosten in 2021 bestaan uit personeelskosten (€ 10,3 mln), algemene kosten (€ 10,5 mln), afschrijvingskosten (€ 1,7 mln) en huisvestingskosten (€ 0,7 mln).
Het overschot van de exploitatierekening over 2019 is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
Het verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 15,9 miljoen) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,2 miljoen), zijnde € 13,7 miljoen, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
In 2018 bedroegen de beleggingsresultaten € -7,4 miljoen. Ter dekking van operationele kosten is een normatief rendement van € 2,8 miljoen gehanteerd. Het verschil tussen deze verklaart de mutatie van bestemmingsreserve (€ -10,2 miljoen).
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
Mogelijk valt de kostenstijging 2020 door verbeter- en veranderinitiatieven hoger uit dan de CPI-mutatie in dat jaar. Dit kan pas worden vastgesteld – en zonodig worden toegelicht – wanneer de feitelijke CPI-mutatie begin 2021 bekend is.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In het budget voor 2020 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In budget 2020 wordt aan deze norm voldaan.
De CPI-mutatie in 2021 was 2,7%. De kostenontwikkeling bij Stemra overstijgt dit percentage niet; in 2021 wordt daarom aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2021 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In 2021 wordt aan deze norm voldaan.
De CPI-mutatie in 2021 was 2,7%. De kostenontwikkeling bij Buma overstijgt dit percentage niet; in 2021 wordt daarom aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2021 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In 2021 wordt aan deze norm voldaan.
De baten zijn in 2021 met € 8,0 mln gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een eenmalige bate (€ 7,1 mln) als gevolg van de overgang van het realiseren van de kosteninhouding van het moment van uitkeren naar het moment van incasseren.
De financiële baten en lasten in 2021 betreffen voornamelijk het netto beleggingsresultaat (€ 6,9 mln). In 2021 is op de beleggingsportefeuille een rendement van 3,7% behaald. Met name de beleggingen in aandelen (+26%) hebben goede opbrengsten gerealiseerd. Hier stond een negatief rendement (-1%) op vastrentende waarden en liquiditeiten tegenover.
Ter gedeeltelijke dekking van de beheerskosten wordt gerekend met een normatief resultaat; het additionele beleggingsresultaat is toegevoegd aan de voorziening voor tijdelijke verschillen kostendekking.
De beheerskosten zijn ten opzichte van 2018 met 16,0% gedaald tot € 21,8 miljoen. De belangrijkste redenen voor de daling waren kostenbeheersingsmaatregelen en het uitblijven van incidentele kosten die we in voorgaande jaren moesten maken. Daarnaast zijn minder kosten aan Buma toegerekend door de gewijzigde verdeelsleutel van de kosten tussen Buma en Stemra. De gezamenlijke kosten daalden in 2019 met 10% oftewel € 3,1 miljoen.
De baten zijn in 2021 met € 6,5 mln gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een eenmalige bate (€ 5,4 mln) als gevolg van de overgang van het realiseren van de kosteninhouding van het moment van uitkeren naar het moment van incasseren.
De incasso vanuit het buitenland liet in 2021 een beperkte afname zien (€ 0,1 mln). Dit was beter dan verwacht; wij hadden voor 2021 rekening gehouden met een groter ‘carve out-effect’ van het pan-Europees direct licenseren van onlinegebruik aan Digital Service Providers.
Uit Thuiskopie/Leenrecht/Grafisch werd in 2021 ruim € 0,2 mln minder geïncasseerd ten opzichte van 2020. Stichting de Thuiskopie heeft de repartitie gedurende 2021 tijdelijk opgeschort. Net als in 2020 heeft Stichting de Thuiskopie een 20%-reservering ingehouden vanwege de nog vast te stellen hoofdverdeling.
De aanhoudende groei in opbrengsten uit online muziekgebruik biedt steeds meer compensatie voor de daling in de traditionele Stemra-markten. In 2021 heeft Online het grootste aandeel in Stemra’s incasso (34%), terwijl dit in 2009 nog het kleinste aandeel had (3%). In 2021 steeg Stemra’s incasso uit online muziekgebruik met € 2,1 mln, oftewel 18%. De groei in deze markt komt vooral uit de toename van streaming en video on demand.
De rechteninkomsten uit de categorie Radio & TV zijn € 0,3 mln toegenomen ten opzichte van 2020. Dit komt vooral door de groeiende on demand-inkomsten van tv-zenders, wat voor Stemra een groter aandeel in rechteninkomsten oplevert. Daarnaast waren er in 2021 positieve eindafrekeningen over 2020 vanwege goed herstel in de RTV-markt.
De rechtenopbrengsten uit Producties In Eigen Beheer (PIEB) en Special Licensing zijn in 2021 gestegen door incidenteel hoge opbrengsten uit commercials rond de grote evenementen in 2021, zoals het Eurovision Songfestival in Rotterdam en de Grand Prix in Zandvoort.
De rechtenopbrengsten uit BIEM-contracten voor mechanische geluidsdragers, een traditioneel Stemra marktsegment, is in 2021 gestegen met € 1,3 mln. Dit was vooral te danken aan de groei in vinylpersingen.
De rechtenopbrengsten uit het buitenland zijn in 2021 met € 1,6 mln gedaald (-11%) ten opzichte van 2020. Deze daling is beperkter dan verwacht; naast de impact van Covid-19 hielden we ook rekening met een zogeheten ‘carve out-effect’ van het pan-Europees direct licenseren van Digital Service Providers waardoor Buma de opbrengsten niet meer via buitenlandse zusters ontvangt.
Online is de belangrijkste groeimarkt. Het aandeel van dit marktsegment in Buma’s totale incasso nam toe van 18% in 2020 naar 22% in 2021. In 2019 was dit aandeel nog maar 10%; sindsdien is de incasso gestegen met € 17 mln oftewel 90%. De groei in deze markt komt vooral uit de toename van streaming en video on demand. Buma sloot licentieovereenkomsten met nieuwe partijen en verbeterde de overeenkomsten met enkele grote partijen.
De rechtenopbrengsten uit openbaar gebruik in Horeca daalden in vergelijking met 2019 met 49%. De Horeca is in 2020 en 2021 door Buma gecompenseerd voor de perioden waarin deze branche noodgedwongen gesloten was.
De inkomsten uit openbaar gebruik in Werk- & verkoopruimten daalden in vergelijking met 2020 met 5%, wat grotendeels wordt veroorzaakt door maatregelen tegen de Covid-19 pandemie. Verkoopruimten zijn door Buma gecompenseerd voor de perioden waarin deze branche noodgedwongen gesloten was.
Ten opzichte van 2019 (het laatste jaar zonder Covid-19-impact) zijn de rechtenopbrengsten uit het marktsegment Podia in 2021 met € 28,8 mln oftewel 82% teruggevallen. Vanzelfsprekend wordt deze daling veroorzaakt door het grote aantal geannuleerde en uitgestelde optredens en evenementen. Het aantal gelicenseerde optredens en evenementen daalde van 36.000 in 2020 tot 17.633 in 2021, waar dit er in 2019 nog ruim 101.500 waren.
De inkomsten uit de Radio & TV markt herstelden zich in 2021 tot boven het niveau van 2019. Deze branche zag haar reclame-inkomsten in 2020, kort na de uitbraak van Covid-19, nog sterk terugvallen. Met 44% heeft dit marktsegment nog altijd verreweg het grootste aandeel in Buma’s totale incasso.