Repartitie van auteursrechtgelden ligt, met name door vertraagde aanlevering van muziekgebruik uit het buitenland, in het eerste halfjaar 2019 4% onder budget, maar 8% boven de realisatie in het eerste halfjaar 2018. Verreweg het grootste deel van de jaarlijks te verdelen auteursrechtgelden zal worden uitgekeerd in de Algemene Rechten distributie in september. Over heel 2019 verwachten wij rond het budget van € 170,0 miljoen (exclusief € 10,2 miljoen toevoeging aan het Sociale en Cultureel Fonds) uit te komen.
De mutaties van deze voorziening in 2024 betreffen een uitkering van € 1,6 mln en het positieve saldo kostendekking voor 2024: € 0,5 mln. De uitkering van € 1,6 mln betrof het verschil tussen de stand van de voorziening per 31 december 2023 (€ 4,6 mln) en de voor 31 december 2023 vastgestelde bovengrens van de voorziening (€ 3,0 mln). De AVA heeft op 15 mei 2024 ingestemd met het uitkeren van dit bedrag. Het dekkingsoverschot wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de ingehouden administratievergoedingen € 0,2 mln hoger waren dan begroot vanwege de hogere rechtenopbrengsten en doordat de beheerskosten € 0,3 mln lager waren dan begroot. De overige en de financiële baten waren gezamenlijk € 0,3 mln lager dan begroot. Doordat in de begroting voor 2024 was uitgegaan van een dekkingsoverschot van € 0,3 mln komt het totale dekkingsoverschot uit op € 0,5 mln.
De mutatie van deze voorziening in 2024 betreft het positieve saldo kostendekking voor 2024: € 12,3 mln. Dit overschot wordt voornamelijk veroorzaakt door het positieve beleggingsresultaat, dat € 9,2 mln hoger was dan begroot. Hiernaast waren door hogere rechtenopbrengsten de ingehouden administratievergoedingen € 1,1 mln hoger dan begroot. De beheerskosten waren € 1,5 mln lager dan begroot en overige (financiële) baten waren gezamenlijk € 0,5 mln lager dan begroot. Doordat in de begroting voor 2023 al was uitgegaan van een dekkingsoverschot van € 1,0 mln komt het totale dekkingsoverschot uit op € 12,3 mln.
Het marktsegment Radio, TV en Aanbieders kende een lichte daling van € 0,5 mln naar € 75,9 mln. Deze markt blijft met 29% in 2024 het marktsegment met het grootste aandeel in de totale incasso van Buma.
De rechtenopbrengsten uit de categorie Radio & TV zijn met € 7,4 mln licht gestegen ten opzichte van 2023.
De mutaties van deze voorziening in 2023 betreffen een uitkering van € 1,7 miljoen en het positieve saldo kostendekking voor 2023: € 0,6 miljoen. De uitkering van € 1,7 miljoen betrof het verschil tussen de stand van de voorziening per 31 december 2022 (€ 5,7 miljoen) en de voor 31 december 2022 vastgestelde bovengrens van de voorziening (€ 4,0 miljoen). De AVA heeft op 17 mei 2023 ingestemd met het uitkeren van dit bedrag. Het dekkingsoverschot wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de ingehouden administratievergoedingen € 0,6 miljoen hoger waren dan begroot vanwege de hogere rechtenopbrengsten. De beheerskosten waren € 0,5 miljoen lager dan begroot, de overige en de financiële baten waren gezamenlijk € 0,1 miljoen lager dan begroot. Doordat in de begroting voor 2023 was uitgegaan van een dekkingstekort van € 0,6 miljoen komt het totale dekkingsoverschot uit op € 0,6 miljoen. De voorziening eindigt hiermee € 1,6 miljoen boven de bovengrens die voor eind 2023 is bepaald.
De mutatie van deze voorziening in 2023 betreft het positieve saldo kostendekking voor 2023: € 17,0 miljoen. Dit overschot wordt voornamelijk veroorzaakt door het positieve beleggingsresultaat, wat € 11,5 miljoen hoger was dan begroot. Hiernaast waren door hogere rechtenopbrengsten de ingehouden administratievergoedingen € 1,4 miljoen hoger dan begroot. De beheerskosten waren € 1,8 miljoen lager dan begroot en overige (financiële) baten waren gezamenlijk € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Doordat in de begroting voor 2023 al was uitgegaan van een dekkingsoverschot van € 1,9 miljoen komt het totale dekkingsoverschot uit op € 17,0 miljoen; de voorziening eindigt hiermee tussen de boven- en de ondergrens die voor eind 2023 is bepaald.
De mutaties van deze voorziening in 2022 betreffen een uitkering van € 9,3 mln en het positieve saldo kostendekking voor 2022: € 0,7 mln. De uitkering van € 9,3 mln betrof het verschil tussen de stand van de voorziening per 31 december 2021 (€ 14,3 mln) en de vastgestelde bovengrens van de voorziening (€ 5,0 mln). De AVA heeft op 25 mei 2022 ingestemd met het uitkeren van dit bedrag.
Het dekkingsoverschot wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de ingehouden administratievergoedingen € 1,0 mln hoger waren dan begroot vanwege de hogere rechtenopbrengsten. De beheerskosten waren € 0,3 mln lager dan begroot, de overige en de financiële baten waren gezamenlijk € 0,4 mln hoger dan begroot. Doordat in de begroting voor 2022 was uitgegaan van een dekkingstekort van € 1,0 mln komt het totale dekkingsoverschot uit op € 0,7 mln.
De mutatie van deze voorziening in 2022 betreft het negatieve saldo kostendekking voor 2022: € 24,6 mln. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door het negatieve beleggingsresultaat, wat € 29,0 mln lager was dan begroot. Hier staat tegenover dat door hogere rechtenopbrengsten de ingehouden administratievergoedingen € 3,6 mln hoger waren dan begroot. De beheerskosten waren € 1,5 mln lager dan begroot. Doordat in de begroting voor 2022 al was uitgegaan van een dekkingstekort van € 0,8 mln komt het totale dekkingstekort uit op € 24,6 mln.
Stemra houdt haar liquide middelen aan op verschillende vrij opneembare (spaar)rekeningen. In 2024 is € 0,3 mln aan rente ontvangen.
Deze norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft. De begrote kostenstijging in 2023 bedraagt 20,1%. De feitelijke CPI-stijging over 2023 is begin 2024 bekend.
De begrote kostenstijging in 2023 is berekend in relatie tot de werkelijke kosten 2022, welke lager uitvallen dan begroot. De hogere beheerkosten in 2023 worden veroorzaakt door verbeter- en veranderinitiatieven, inclusief de vervanging van het IT-systeem. Omdat door Covid-19 en krapte op de arbeidsmarkt de start beperkt is geweest, is ook de verwachte groei in kosten om dit mogelijk te maken beperkt gebleven in voorgaande jaren. In de begroting voor 2023 wordt een inhaalslag verwacht.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. In de begroting 2023 komt dit voor Buma/Stemra gezamenlijk uit op een kostenratio van 14,6%. Dit is ondanks de stijgende beheerskosten lager dan in de begroting voor 2022 (14,8%), wat wordt veroorzaakt door de hogere rechtenopbrengsten in 2023. De verwachting is dat de verdere professionalisering van de organisatie leidt tot hogere incassostromen vanaf 2024. Dit zal vervolgens ook tot effect hebben dat het kostenpercentage ten opzichte van de rechtenopbrengsten verder af zal nemen.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. In de begroting 2023 komt dit voor Buma/Stemra gezamenlijk uit op een kostenratio van 18,2%. Dit is hoger dan voorgaande jaren, wat wordt veroorzaakt door de hogere begrote beheerskosten in 2023 vanwege verdere professionalisering van de organisatie. De verwachting is dat dit leidt tot hogere incassostromen vanaf 2024. Dit zal vervolgens ook tot effect hebben dat de repartitie in de toekomst verder stijgt, waardoor het kostenpercentage ten opzichte van de repartitie naar verwachting vanaf 2025 zal afnemen. Buma/Stemra hanteert overigens de kostennorm t.o.v. de incasso en niet de kostennorm t.o.v. de repartitie omdat bij laatstgenoemde de mogelijkheid bestaat om te sturen.
De voorziening tijdelijke verschillen kostendekking bevat de eind 2020 aanwezige € 6,6 mln bestemmingsreserve plus het batig saldo kostendekking over 2021 van € 7,7 mln.
Dit saldo kostendekking bevat een eenmalige bate van € 7,1 mln als gevolg van het gewijzigde Repartitiereglement inzake inhouding van administratievergoedingen. Daarnaast zijn de beheerskosten lager dan begroot.
De voorziening tijdelijke verschillen kostendekking bevat de eind 2020 aanwezige € 33,8 mln bestemmingsreserve plus het batig saldo kostendekking over 2021 van € 10,7 mln.
Dit saldo kostendekking bevat € 4,1 mln verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 6,9 mln) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,8 mln). Daarnaast is een eenmalige bate gerealiseerd van € 5,4 mln als gevolg van het gewijzigde Repartitiereglement inzake inhouding van administratievergoedingen, en zijn de beheerskosten lager dan begroot.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
De begrote kostenstijging in 2022 zal mogelijk hoger uitvallen dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt veroorzaakt door een inhaalslag van in voorgaande jaren uitgestelde verbeter- en veranderinitiatieven, inclusief de vervanging van het IT-systeem. De feitelijke CPI-mutatie 2022 is pas begin 2023 bekend.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2022 voldoet Buma/Stemra gezamenlijk met een kostenratio van 15,8% niet aan deze norm. Dit komt vooral door de Covid-19 impact op Buma’s voor distributie beschikbare gelden én de incidenteel hoge kosten voor de vervanging van het verouderde IT-systeem. Zodra deze effecten zich normaliseren en de resultaten van de implementatie van de strategie zichtbaar worden, zal deze kostenratio naar verwachting dalen. Stemra zal naar verwachting wel in 2022 aan deze norm voldoen.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2022 voldoet Buma/Stemra gezamenlijk met een kostenratio van 14,8% aan deze norm. Op basis van de voorlopige kostenverdeling zal Stemra naar verwachting uitkomen op een kostenratio van 15,9%.
Een daling wordt verwacht zodra de incidenteel hoge kosten voor de vervanging van het verouderde IT-systeem zich normaliseren en de resultaten van de implementatie van de strategie zichtbaar worden.
Het tekort uit gewone bedrijfsuitoefening over 2020 is onttrokken aan de bestemmingsreserve. De buitengewone last inzake de storting in het Noodfonds Muziek is onttrokken aan de continuïteitsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
Het verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 8,7 mln) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,0 miljoen), zijnde € 6,7 mln, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
De begrote kostenstijging in 2021 zal hoger uitvallen dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt veroorzaakt door een inhaalslag van in voorgaande jaren uitgestelde verbeter- en veranderinitiatieven, inclusief de vervanging van het IT-systeem. De feitelijke CPI-mutatie 2021 is pas begin 2022 bekend.
Over de reeks van meerdere jaren, sinds de invoering van de norm, blijft de ontwikkeling van de beheerskosten binnen de ontwikkeling in de CPI.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2021 wordt aan deze norm niet voldaan. Dit komt vooral door Buma’s dalende repartitie in 2021, volgend uit de lagere incasso. Stemra zal naar verwachting wel aan deze norm voldoen; daar stijgt de repartitie naar verwachting, vooral door de inhaalslag op oudere Thuiskopie gelden.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%.
In de begroting 2021 wordt aan deze norm niet voldaan, met name door de terugval in incasso van rechtenopbrengsten als gevolg van de coronamaatregelen. Daarnaast stijgen de begrote beheerskosten, vooral in verband met de noodzakelijke vervanging van het verouderde IT-systeem. Zonder corona-impact zou het kostenpercentage onder de norm van 15,0% uitgekomen.
Hoofdkantoor
Saturnusstraat 46-62
2132 hb hoofddorp
T: 023 – 799 79 99
E: info@bumastemra.nl
bumastemra.nl
Hoofdredactie
vereniging buma
Realisatie
Merkelijkheid
De beheerskosten van Stemra zijn in 2024 met € 0,5 mln gestegen naar € 6,6 mln. Dit is € 0,3 mln onder de begroting voor 2024. De verdeelsleutel van de beheerkosten tussen Buma en Stemra is in 2024 aangepast naar 84/16 (dit was 83/17). De beheerskosten van Stemra zijn met name gestegen door de groei in het aantal FTE’s, benodigd om uitvoering te geven aan de nieuwe strategie, en hogere kosten voor de nieuwe IT-omgeving.
Stemra’s beheerskosten in 2024 bestaan uit personeelskosten (€ 3,3 mln), algemene kosten (€ 3,2 mln) en huisvestingskosten (€ 0,2 mln).
De beheerskosten van Buma zijn in 2024 met € 5,5 mln gestegen naar € 35,0 mln. Dit was € 1,5 mln onder de begroting voor 2024. De verdeelsleutel van de beheerkosten tussen Buma en Stemra is in 2024 aangepast naar 84/16 (dit was 83/17). De aan Buma toegerekende algemene kosten stegen met € 3,4 mln, de personeelskosten met € 2,8 mln en de huisvestingskosten met € 0,1 mln. De afschrijvingskosten daalden met € 0,8 mln. De stijging van de kosten komt met name door de groei in het aantal FTE’s, benodigd om uitvoering te geven aan de strategie, en hogere kosten voor de nieuwe IT-omgeving.
Buma’s beheerskosten in 2024 bestaan uit personeelskosten (€ 17,3 mln), algemene kosten (€ 15,1 mln), afschrijvingskosten (€ 1,7 mln) en huisvestingskosten (€ 0,9 mln).
Het overschot van de exploitatierekening over 2019 is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
Het verschil tussen het gerealiseerde beleggingsresultaat (€ 15,9 miljoen) en het normatief beleggingsresultaat waarmee de beheerskosten deels gedekt worden (€ 2,2 miljoen), zijnde € 13,7 miljoen, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze resultaatbestemming is verwerkt in de jaarrekening.
In 2018 bedroegen de beleggingsresultaten € -7,4 miljoen. Ter dekking van operationele kosten is een normatief rendement van € 2,8 miljoen gehanteerd. Het verschil tussen deze verklaart de mutatie van bestemmingsreserve (€ -10,2 miljoen).
De norm richt zich op de ontwikkeling van het beheerskostenniveau. De norm stelt dat de kosten niet meer mogen toenemen dan de consumentenprijsindex in het jaar waar het jaarverslag betrekking op heeft.
Mogelijk valt de kostenstijging 2020 door verbeter- en veranderinitiatieven hoger uit dan de CPI-mutatie in dat jaar. Dit kan pas worden vastgesteld – en zonodig worden toegelicht – wanneer de feitelijke CPI-mutatie begin 2021 bekend is.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In het budget voor 2020 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De gestelde norm is 15%. In budget 2020 wordt aan deze norm voldaan.
De beheerskosten van Stemra zijn met 12,8% (€ 0,8 mln) gestegen ten opzichte van 2023. Over dezelfde periode is de consumentenprijsindex met 3,3% gestegen, waarmee de kostenstijging in 2024 hoger is dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt verklaard doordat in 2024 verdere uitvoering is gegeven aan de realisatie van de strategie, waar tijdelijk additionele kosten voor worden gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn de groei in het aantal FTE, de vervanging van de IT-omgeving.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2022 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De intern gestelde norm is 15%. In 2023 wordt aan deze norm voldaan.
De beheerskosten van Buma zijn met 18,7% (€ 5,5 mln) gestegen ten opzichte van 2023. Over dezelfde periode is de consumentenprijsindex met 3,3% gestegen, waarmee de kostenstijging in 2024 hoger is dan de CPI-jaarmutatie. Dit wordt verklaard doordat Buma in 2024 verdere uitvoering heeft gegeven aan de realisatie van de strategie, waar tijdelijk additionele kosten voor worden gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn de groei in het aantal FTE, de vervanging van de IT-omgeving.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de repartitie. De gestelde norm is 15%. In 2022 wordt aan deze norm voldaan.
Hier worden de beheerskosten gerelateerd aan de rechtenopbrengsten. De intern gestelde norm is 15%. In 2024 wordt aan deze norm voldaan.
De baten zijn in 2024 met € 0,4 mln gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere administratievergoedingen op incasso (€ + 0,3 mln) vanwege de hogere rechtenopbrengsten in 2024.
De financiële baten en lasten in 2024 betreffen voornamelijk het netto beleggingsresultaat (€ 13,6 mln). Zowel het rendement op de beleggingen in aandelen (19,8%) als het rendement op de beleggingen op vastrentende waarden (4,7%) was positief. Het positieve beleggingsresultaat over 2024 is in lijn met de algehele ontwikkeling op de beleggingsmarkten.
De beheerskosten zijn ten opzichte van 2018 met 16,0% gedaald tot € 21,8 miljoen. De belangrijkste redenen voor de daling waren kostenbeheersingsmaatregelen en het uitblijven van incidentele kosten die we in voorgaande jaren moesten maken. Daarnaast zijn minder kosten aan Buma toegerekend door de gewijzigde verdeelsleutel van de kosten tussen Buma en Stemra. De gezamenlijke kosten daalden in 2019 met 10% oftewel € 3,1 miljoen.
De baten zijn in 2024 met € 2,0 mln gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere administratievergoedingen op incasso (€ + 2,1 mln) vanwege de hogere rechtenopbrengsten in 2024.
Ook bij Stemra zijn de rechtenopbrengsten uit het buitenland in 2023 gestegen ten opzichte van voorgaand jaar, met € 1,3 mln naar € 5,3 mln. In 2023 is het proces om incasso vast te stellen verbeterd door het vaststellen van muziekgebruik leidend te maken. Hierdoor was in 2023 tijdelijk sprake van een lagere incasso, wat in 2024 is ingehaald. Gemiddeld over 2023 en 2024 heeft de incasso uit Buitenland een niveau dat vergelijkbaar is met 2022.
Bij de categorie Thuiskopie / Leenrecht werd in 2023 € 1,3 mln meer geïncasseerd dan in 2024. Dit werd met name veroorzaakt doordat in 2023 (eenmalig) sprake is geweest van nabetaling uit oudere jaren.
De opbrengsten uit Online muziekgebruik zijn in 2024 verder gegroeid. Net als in voorgaande jaren heeft Online in 2024 het grootste aandeel in Stemra’s incasso (45%). In 2024 steeg Stemra’s incasso uit Online muziekgebruik met € 5,7 mln, oftewel 31%. Dit wordt deels veroorzaakt doordat we in 2024 in onze nieuwe IT-omgeving meer Digital Service Providers (DSP’s) hebben gecontracteerd en/of aangesloten, waardoor meer klanten kunnen worden gefactureerd. Hiernaast kan in de nieuwe IT-omgeving meer muziekgebruik worden verwerkt, waaronder van oudere jaren.
De rechtenopbrengsten uit de categorie Radio & TV zijn met € 7,4 mln licht gestegen ten opzichte van 2023.
De rechtenopbrengsten uit Producties In Eigen Beheer (PIEB) en Special Licensing stegen met € 0,7 mln ten opzichte van 2023 vanwege verbeterde marktomstandigheden.
De rechtenopbrengsten uit BIEM-contracten voor mechanische geluidsdragers, een traditioneel Stemra marktsegment, daalden ten opzichte van 2023 met € 0,2 mln.
De rechtenopbrengsten uit het buitenland zijn in 2024 met € 5,4 mln gestegen ten opzichte van 2023. Dit is grotendeels een tijdelijk effect. In 2023 is het proces om incasso vast te stellen verbeterd door het vaststellen van muziekgebruik leidend te maken. Hierdoor was in 2023 tijdelijk sprake van een lagere incasso, wat in 2024 is ingehaald. Gemiddeld over 2023 en 2024 heeft de incasso uit Buitenland een niveau dat vergelijkbaar is met 2022.
De rechtenopbrengsten bij het marktsegment Online kenden de grootste stijging in 2024: van € 39,9 mln in 2023 naar € 54,0 mln in 2024. %. Dit wordt deels veroorzaakt doordat we in 2024 in onze nieuwe IT-omgeving meer Digital Service Providers (DSP’s) hebben gecontracteerd en/of aangesloten, waardoor meer klanten kunnen worden gefactureerd. Hiernaast kan in de nieuwe IT-omgeving meer muziekgebruik worden verwerkt, waaronder van oudere jaren. Vanwege voorgaande factoren steeg het aandeel van Online ten opzichte van de totale incasso van Buma van 17% in 2023 naar 21% in 2024.
Het marktsegment Horeca werd het hardst geraakt door de Covid-19-maatregelen en kwam in 2023 (€ 15,9 mln) voor het eerst weer boven het niveau van de rechten opbrengsten van 2019 (€ 15,2 mln) uit. In 2024 zijn inkomsten verder gestegen naar € 17,0 mln.
De opbrengsten bij Werk- en Verkoopruimten toonden in 2024 een verdere stijging. Ten opzichte van 2023 zijn de inkomsten gestegen met € 1,9 mln naar € 40,4 mln.
De inkomsten uit het marktsegment Podia zijn in 2024 uitgekomen op € 49,0 mln. Dit is een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar (€ +1,7 mln). Dit wordt grotendeels veroorzaakt door hogere ticketprijzen en een stijging van het aantal gelicenseerde optredens en evenementen, dat toenam van 73.000 in 2023 naar 81.000 in 2024. Het aandeel van deze markt in Buma’s totale incasso daalde van 20% in 2023 naar 19% in 2024, met name vanwege de groei van de inkomsten bij Online.
Het marktsegment Radio, TV en Aanbieders kende een lichte daling van € 0,5 mln naar € 75,9 mln. Deze markt blijft met 29% in 2024 het marktsegment met het grootste aandeel in de totale incasso van Buma.